In veel landen betekent het hebben van een baan niet automatisch dat je aan armoede kunt ontsnappen. Dit moet anders. Daarom richt doel acht zich op fatsoenlijk werk voor iedereen en duurzame en inclusieve economische groei. Dit betekent dat iedereen die kan werken de mogelijkheid moet hebben om te kunnen werken, onder goede werkomstandigheden. Deze banen moeten economische groei stimuleren zonder het milieu aan te tasten.
Het idee dat economische vooruitgang niet genoeg is om armoede te bestrijden, wordt wereldwijd steeds meer ondersteund. Economische groei moet inclusief zijn. Oftewel, iedereen moet er bij betrokken worden. En als we het hebben over economische groei, moeten we ook aandacht hebben voor sociale aspecten en het milieu. In doel tien staat dat landen meer aandacht moeten besteden aan de inkomensgroei van arme mensen.
Het eerste doel gaat over het beëindigen van armoede. Volgens de Verenigde Naties ook meteen het belangrijkste doel. Niemand mag in 2030 nog in extreme armoede leven. Maar doel één houdt meer in dan alleen extreme armoede. Zo is er bepaald dat alle landen zich moeten inzetten voor betere systemen op het gebied van sociale zekerheid. Dit betekent bijvoorbeeld het bedenken van beleid en het opzetten van programma’s voor een inclusieve arbeidsmarkt.
In 2030 mag niemand op de wereld meer honger lijden. Iedereen moet toegang hebben tot veilig, voedzaam en voldoende voedsel, het hele jaar door.
Doel drie gaat over gezondheid en welzijn voor iedereen van jong tot oud. Kinder- en moedersterfte moet worden teruggebracht. Ook moet er in 2030 een einde komen aan epidemieën zoals HIV/aids, tuberculose, malaria en andere tropische ziekten. In de targets van dit derde doel staat ook beschreven dat er meer aandacht uit moet gaan naar het voorkomen en het behandelen van drugsverslavingen en alcoholmisbruik. En het aantal verkeersdoden moet in 2020 al gehalveerd zijn. Ten slotte wordt In dit doel ook meer aandacht besteed aan seksuele en reproductieve gezondheid en rechten.
Omdat het met primair onderwijs al erg goed gaat in de wereld, richt dit doel zich zowel op primair als secundair en tertiair onderwijs. In 2030 moeten dan ook alle jongens en meisjes in de wereld de basisschool en middelbare school kunnen afmaken. Ook moeten alle mannen en vrouwen toegang krijgen tot betaalbaar beroeps-, technisch-, en hoger onderwijs.
Binnen dit doel is ook meer aandacht voor de kwaliteit van onderwijs.
Dit vijfde doel stelt dat in 2030 vrouwen en mannen ook in de praktijk gelijke rechten moeten hebben op faciliteiten als onderwijs, gezondheidszorg en werk. Daarnaast moeten vrouwen en mannen gelijk vertegenwoordigd zijn in politieke en conomische besluitvorming. In 2030 moeten vrouwen evenveel kansen krijgen als mannen, om mee te beslissen binnen de politiek, de economie en het openbare leven.
In doel zes is dan ook vastgesteld dat iedereen in 2030 toegang moet hebben tot schoon drinkwater en gebruik moet kunnen maken van schoon en goed sanitair. Er wordt nog steeds veel afval weggegooid in water. Om de kwaliteit van water te verbeteren moet deze vervuiling stoppen en afvalwater moet vaker gezuiverd worden. Ook moeten alle landen in 2030 een goed werkend waterbeheer systeem hebben.
In 2030 moet iedereen toegang hebben tot betaalbare, betrouwbare en duurzame energie. Duurzame energie kunnen we halen uit natuurlijke bronnen als water, wind en zon. Om dit doel te bereiken moeten deze bronnen beter onderzocht worden, evenals de technologie waarmee we duurzame energie kunnen opwekken. Om moderne en duurzame energie ook in ontwikkelingslanden toegankelijk te maken, moet er gewerkt worden aan een betere infrastructuur en technologische vooruitgang.
Zonder infrastructuur is het moeilijker om een baan te krijgen, zaken te doen, informatie te ontvangen en brood te halen. Oftewel, door een betere infrastructuur is het makkelijker om andere doelen te bereiken en gaat de levenskwaliteit omhoog. Naast duurzaam en inclusief, moet infrastructuur in 2030 voor iedereen toegankelijk en betaalbaar zijn. Duurzame en inclusieve industrialisatie moet voor meer banen zorgen en het moet het BNP verhogen.
De stad van de toekomst moet met behulp van innovatie en vooruitgang kansen bieden aan iedereen, inclusief toegang basisvoorzieningen als schoon drinkwater, huisvesting, energie, transport en meer.
Zorg voor duurzaam beheer en efficiënt gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Het produceren van onze goederen moet met het oog op de groeiende wereldbevolking veel handiger: ‘meer produceren met minder’.
Ieder land op ieder continent heeft te maken met klimaatverandering. De opwarming van de aarde heeft nu al invloed op het dagelijks leven en het inkomen van miljoenen mensen wereldwijd en dat zal in de toekomst alleen maar toenemen. In Parijs werd een klimaatakkoord gesloten waarbij landen afgesproken hebben om de opwarming van de aarde onder de twee graden te houden. Hiervoor moeten broeikasgassen fors teruggedrongen worden en moeten fossiele energiebronnen vervangen worden door duurzame energie. Verder is het belangrijk dat met name ontwikkelingslanden maatregelen kunnen nemen om zich te wapenen tegen de gevolgen van klimaatverandering.
Oceanen zijn met hun temperatuur, hun stromingen en hun onderzeese leven de motor van mondiale systemen die de aarde bewoonbaar maken voor mensen. Ze bedekken drie kwart van het aardoppervlak. Ons drinkwater, ons weer, klimaat, de kusten, veel van ons eten en zelfs de lucht die we inademen zijn afhankelijk van de zee. Zonder zorgvuldig beheer van deze essentiële mondiale hulpbron is er geen duurzame toekomst mogelijk.
Bossen bedekken 30 procent van het landoppervlak van de aarde. Naast dat ze belangrijk zijn voor de voedselveiligheid en het bieden van onderdak, zijn ze ook essentieel voor het vechten tegen klimaatverandering, het beschermen van de biodiversiteit en vormen ze het leefgebied van inheemse bevolkingsgroepen. We verliezen jaarlijks 13 miljoen hectare bos, terwijl de landaantasting zorgt voor woestijnvorming van 3,6 miljard hectare aan land.
In 2020 moet de ontbossing zijn gestopt en moet bebossing wereldwijd toenemen. In datzelfde jaar moeten zoetwater- en aardse ecosystemen beschermd worden, met name bossen, moerassen, berggebieden en steppen. In 2030 moet de woestijnvorming tegen worden gegaan.
Binnen de millenniumdoelen was er nauwelijks aandacht voor, maar nu is vrijwel iedereen het erover eens dat zonder er vrede, veiligheid en rechtvaardigheid bijna geen ontwikkeling mogelijk is. Het geweld in de wereld moet in 2030 flink zijn verminderd. En er moet een einde komen aan het geweld tegen kinderen. Kinderen hebben nog elke dag te maken met uitbuiting, misbruik en mensenhandel. Corruptie moet omlaag, evenals de illegale wapenhandel. Daarnaast moeten rechtssystemen worden versterkt en verbeterd, op nationaal en internationaal niveau. Informatie moet transparanter worden en fundamentele vrijheden zoals de vrijheid van meningsuiting moeten beter beschermd worden.
Om alle doelen te behalen in 2030 moeten regeringen, bedrijven, burgers en organisaties samenwerken. Het gaat daarbij vooral om technologie, kennisoverdracht, handel, data, beleidscoherentie en financiële stromen. Een succesvolle agenda voor duurzame ontwikkeling vereist partnerschappen tussen regeringen, het bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld. Gezamenlijke principes en waarden, een gedeelde visie en gedeelde doelen zijn nodig op mondiaal, regionaal, nationaal en lokaal niveau